Eergisteren een zitting gehad bij het gerechtshof aangaande over het wel of niet verschuldigd zijn van een succesfee bij de verkoop van een onderneming

Eergisteren een zitting gehad bij het gerechtshof aangaande over het wel of niet verschuldigd zijn van een succesfee bij de verkoop van een onderneming
Eergisteren een zitting gehad bij het gerechtshof aangaande over het wel of niet verschuldigd zijn van een succesfee bij de verkoop van een onderneming. Op deze onderneming werd eerst 3,3 miljoen geboden. De koop kon toen niet doorgaan, waardoor de onderhandelingen tijdelijk werden afgebroken. Anderhalf jaar later wist mijn cliënte er een bedrag van 4,7 miljoen uit te slepen voor zijn klant. Toch werd er met mijn cliënte niet afgerekend, zodat ik werd ingeschakeld om conservatoir beslag te leggen en te dagvaarden. Dit werd direct door mij gedaan.
In eerste aanleg kwamen partijen elkaar weer in levende lijve tegen en werden we de gang op gestuurd om een regeling te treffen. De wederpartij bood slechts 45k en mijn cliënte stond op betaling van een minimaal bedrag van 165k. Partijen kwamen er zodoende niet uit in der minne.
De rechter wees vonnis en wij werden in het gelijk gesteld. Het toe te wijzen bedrag was al opgelopen tot meer dan 300k. Daar was de wederpartij het niet mee eens zodat er hoger beroep werd ingesteld. Na het ingestelde hoger beroep werd er door het gerechtshof een mondelinge behandeling na aanbrengen bepaald. Dit is een zitting om alleen te kijken of er alsnog een regeling tot stand kon worden gebracht.
Deze kwam na lang onderhandelen tot stand. Zo werd afgesproken dat de wederpartij 215k aan mijn cliënte betaald. Dat is beduidend hoger dan de 165k waar mijn cliënte in eerste aanleg mee wilde instemmen.
Moraal van het verhaal, het is beter om in eerste aanleg te schikken om zodoende niet in hoger beroep beduidend meer geld te moeten afrekenen. Dit staat nog los van alle extra hoge kosten waaronder de griffierechten, deurwaarderskosten en advocaatkosten...
Op deze onderneming werd eerst 3,3 miljoen geboden. De koop kon toen niet doorgaan, waardoor de onderhandelingen tijdelijk werden afgebroken.
Anderhalf jaar later wist mijn cliënte er een bedrag van 4,7 miljoen uit te slepen voor zijn klant.
Toch werd er met mijn cliënte niet afgerekend, zodat ik werd ingeschakeld om conservatoir beslag te leggen en te dagvaarden. Dit werd direct door mij gedaan.
In eerste aanleg kwamen partijen elkaar weer in levende lijve tegen en werden we de gang op gestuurd om een regeling te treffen. De wederpartij bood slechts 45k en mijn cliënte stond op betaling van een minimaal bedrag van 165k. Partijen kwamen er zodoende niet uit in der minne.
De rechter wees vonnis en wij werden in het gelijk gesteld. Het toe te wijzen bedrag was al opgelopen tot meer dan 300k. Daar was de wederpartij het niet mee eens zodat er hoger beroep werd ingesteld. Na het ingestelde hoger beroep werd er door het gerechtshof een mondelinge behandeling na aanbrengen bepaald. Dit is een zitting om alleen te kijken of er alsnog een regeling tot stand kon worden gebracht.
Deze kwam na lang onderhandelen tot stand. Zo werd afgesproken dat de wederpartij 215k aan mijn cliënte betaald. Dat is beduidend hoger dan de 165k waar mijn cliënte in eerste aanleg mee wilde instemmen.
Moraal van het verhaal, het is beter om in eerste aanleg te schikken om zodoende niet in hoger beroep beduidend meer geld te moeten afrekenen. Dit staat nog los van alle extra hoge kosten waaronder de griffierechten, deurwaarderskosten en advocaatkosten...